De uitwerkingen van de afzonderlijke schriftjes zijn geschreven door Albert Prins. Ze verschenen op zijn blog ‘Alberts SchaakBlog‘ rond 2007. Wij zouden het niet beter hebben kunnen doen. Met zijn permissie kunt u ze nu ook hier lezen.
Deel 3 van Bunts geschriften heeft als hoogtepunten het persoonlijk kampioenschap (1946) van de NOSBO, het Nationaal toernooi in Groningen in 1946 (dat gehouden werd naast het Staunton Wereldschaaktoernooi) en het Internationaal (Hoogoven)toernooi in Beverwijk in 1947.
NOSBO-kampioenschap 1946
Over het NOSBO-kampioenschap schrijft Bunt zelf het volgende:
Bunt, Wellner en Scheffer eindigen hier op een gedeelde eerste plaats met 5 punten. Er moet een beslissingskamp tussen hen drieën komen: die komt er ook, ná het Nationaal toernooi in Groningen.
Deze driekamp wordt in september-oktober 1946 uiteindelijk gespeeld en eindigt in een mooie overwinning voor Bunt, die in het Nationaal toernooi het nog aanzienlijk minder gedaan had dan Wellner. Ook Scheffer eindigde daar boven hem. Het NOSBO-kampioenschap zal hem dus zeer goed hebben gedaan!
Uit deze beslissende driekamp een partij gespeeld op 26 september, tegen Jan Wellner (commentaar van Bunt)
Wit: J. Wellner – Zwart: H. Bunt
Nimzo-Indisch
1. d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 e7-e6 3. Pb1-c3 Lf8-b4 4. Dd1-c2 Pb8-c6 (De oude beproefde Züricher variant)
5. e2-e3 0-0 6. Lf1-d3 e6-e5 7. d4-d5 (De doorschuifvariant vindt Bunt altijd welkom) ... Pc6-e7 8. Pg1-e2 Pe7-g6 (Een psychologische zet. Bunt geeft zijn tegenstander den indruk na 0-0 de looper te wilen terugtrekken, hoewel dit helemaal niet zijn bedoeling was. Daarom laat hij d6 eerst achterwege, om a3 uit te lokken) 9. a2-a3 Lb4xc3+ 10. Pe2xc3 (De tekstzet heeft het bezwaar de koningsvleugel te verzwakken) … d7-d6 11. 0-0 Lc8-d7 (Met de bedoeling Pe8 te spelen, wat nu dadelijk wegens Lf5 bezwaren heeft. Zwart heeft nu het antwoord Dc8) 12. f2-f4 e5xf4 13. e3xf4 (De zet f4 was sterker geweest indien wit men den looper had kunnen terugnemen na exf4) … Tf8-e8! (Een positioneel uitstekende zet. De toren heeft op f8 geen toekomst. De zet bereidt de volgende fijne manoeuvre voor) 14. Lc1-d2 Pf6-g4 (Metde voornaamste dreiging Dd4+) 15. Tf1-f3 Dd8-f6 (Dreigt kwaliteitswinst door Dd4+)16. Pc3-b5? (Op het eerste gezicht een goede zet. De weerlegging is inderdaad moeilijk te vinden. De beste zet i.p.v. den tekstzet was wel Kh1! want ook Pe2 ging moeilijk wegens Txe2! met voordeel. De wijze waarop zwart de 16e zet van wit afstraft is pikant) … Ld7xb5 17. Ld2-c3 (Natuurlijk de “pointe” van Pb5) … Dd8-h4! (Een vernuftige zet, mits men deze combineert met de volgende. Het antwoord is practisch gedwongen, daar g3 of h3 ook tot nadeel leiden en wel voor de hand liggender dan na) 18. Tf3-h3 Pg4-e3!! (De volstrekt nauwkeurige pointe. Zie diagram!
Wit kan zijn stuk nu niet anders dan met nadeel terugwinnen) 19. Dc2-c1 Dh4xf4 20. Lc3-d2 Df4-d4! (Wederom vlijmscherp gespeeld. De eene krachtzet na de andere) 21. Ld2xe3 Dd4xd3 22. c4xb5 Dd3xd5 23. Dc1xc7 (Wit heeft zijn stuk terug, maar zwart heeft de leiding behouden) … Te8-c8 (Veel sterker dan Ta8-c8, waarop de toren niet kan binnendringen) 24. Dd7-c7Tc8-c2 25. Tf3-g3 (Wel gedwongen. Tf3? gaat niet wegens Txg2+!! enz.) … Tc2-b2 26. Tg3-g5 Dd5-e4 27. Le3xa7 (Een wanhoopszet, mar er is geen goede voortzetting meer ) … Tb2-b1+ 28. Ta1xb1 De4xb1+ 29. Kg1-f2 Db1-b2+ 30. Kf2-g3 (Gedwongen. De koning mag niet nar de eerste rij wegens Dc1+. Op Kf3 volgt Pe5+ en op Ke3 eveneens Dc1+ met torenwinst) ... Db2xa3+ 31. Kg3-g4 (Wederom de eenige zet) … Pg6-e5+ (Dxa7 ging natuurlijk ook. De tekstzet is nog afdoender) 32. Tg5xe5 d6xe5 33. b5-b6 g7-g6 34. Dd7xb7 Ta8-d8 35. g2-g3 h7-h5+ 36. Kg4-h3 Da3-b2! (Met de sterke dreiging Td2, tevens dekking van pion e5) 37. Db7-e7 Td8-d2 (Was pion e5 nu niet gedekt dan ging Dc8+) 38. Kh3-h4 Td2xh2+ 39. Kh4-g5 Db2-d2+ 40. Kg5-f6 Th2-f2+ Opgegeven. Een fraaie prestatie.
Nationaal Toernooi Groningen 1946
In de 1e ronde wint Bunt van Mulder; in de 2e wint hij van De Jong, in de 3e remise tegen Bergsma, in de 4e remise tegen Plinsinga, in de 5e remise tegen Scheffer, in de 6e volgt een nederlaag tegen Kramer, in de 7e een nederlaag (met remise in de hand!) tegen Van den Tol en in de laatste ronde “een alleszins eervolle nederlaag” tegen de kampioen van Limburg Alex Vinken.
Dan volgt in januari 1947 “een schaakgebeurtenis zooals er in de schaakloopbaan van den opklimmenden coming-man nog niet eerder was voorgekomen”.
Het Hoogoventoernooi: Beverwijk 1947
Hieronder het begin van wat Bunt daarover schrijft:
en tevens de door hem aan het einde van zijn beschouwing vermelde eindstand:
Om met Bunt zelf te spreken: “Zijn score is tenslotte geweest 0-0-0-0-1-1-0,5- 1-0. Het meest opvallend is wel dat hij na de ontmoedigende serie van 4 nullen zich volkomen herstelde en de eene fraaie prestatie na de ander leverde. Dit frappeerde ook zijn tegenstanders het meest. Was de volgorde der winst- en verliespartijen omgekeerd geweest, dan was het resultaat ook veel minder geweest. Na de overwinning in de 5e ronde lukte opeens alles. Het lukte eigenlijk een beetje te goed, want toen hij in de laatste ronde tegen den hekkesluiter Henneberke moest, die toch uitstekend speelt, meende hij wat al te gemakkelijk te kunnen winnen en verloor daardoor”.
Het ligt voor de hand dat Bunt later het meest trots was op de overwinning waarmee hij in de 5e ronde de serie nullen doorbrak: de winst op de kampioen van België en latere grootmeester O’Kelly de Galway. In die trant uit hij zich daar dan ook over.
Ik laat dan nog (tot besluit van mijn selectie uit Bunt’s deel III) volgen wat Bunt over die partij in een apart kadertje zegt en niet te vergeten: de partij zelf.
Wit: H. Bunt – Zwart: A. O’Kelly de Galway
Siciliaansch
1. e2-e4 c7-c5 2. Pg1-f3 Pb8-c6 3. d2-d4 c5xd4 4. Pf3xd4 Pg8-f6 5. Pb1-c3 d7-d6 6. Lc1-g5 e7-e6 7. Dd1-d2 (Een tijdlang was de witspeler verzot op de Richteraanval :7. Pxc6 bxc6 8. e5! Ook speelde hij wel eens de zet Pb3: tegen Kramer in de wedstrijd Philidor-Staunton 1946) ... a7-a6 8. 0-0-0 Lc8-d7 9. f2-f4 h7-h6 10. Lg5-h4 Lf8-e7 11. Pd4-f3 Dd8-c7 12. e4-e5! d6xe5 13. f4xe5 Pf6-g4 (Minder sterk. Natuurlijk gaat Pxe5? niet wegens 14. Pxe5 Dxe5 15. Lxf6 en zwart verliest een stuk, maar na Pd5! bereikt wit niet veel. Na de afruil 14. Pxd5 exd5 15. Lxe7 Pxe7 ontstaat een stelling met ongeveer gelijke kansen) 14. Lh4xe7 Ke8xe7 15. Dd2-f4 Pg4xe5 (In aanmerking kwam Pcxe5, 16. h3 faalt dan op Pd3+! met damewinst.Wit zet dan het bestdoor met 16. Db4+ Kd8 17. Pe4 met aanvalskansen voor den geofferden pion) 16. Df4-g3! Ta8-c8? (De beslissende fout. Noodzakelijk was Thg8 om Te1 met f6 te beanwoorden. Wit heeft echter dan ook overwegend spel voor zijn pion minder, b.v. 16. … Thg8 17. Td5! f6 18. Le2 Tae8 19. Thd1) 17. Td1-e1! (Een onaangename verrassing voor zwart. Pe5 is niet te dekken. 17. … f6 is kansloos wegens 18. Dxg7+. Na een zet van het paard volgt Pd5+ met winst van de dame. Zwart kiest de minst slechte van de twee kwaden en besluit de dame te geven tegen toren en paard)
17. … Pe5xf3 18. Pc3-d5+ Ke7-d8 19. Pd5xc7 Pf3xe1 20. Pc7xa6! (Dit is veel sterker dan het meer voor de hand liggende Pxe6+, wat slechts zwarts onwikkeling in de hand werkt) … Pe1xc2 21. Pa6-c5 Pc2-d4 22. Pc5xb7+ Kd8-e7 23. Dg3-d6+ Ke7-e8 24. Pb7-c5 Tc8-d8 (Wit staat nu wel gewonnen. Hij moet echter nog zeer voorzichtig spelen, omdat zwart over allerlei tactische tegenkansen beschikt. Met de laatste manoeuvre heeft wit de druk langs de e-lijn geliquideerd) 25. Dd6-g3 g7-g5 26. h2-h4 Th8-g8 27. Kc1-b1 e6-e5 28. Pc5xd7 Td8xd7 29. h4xg5 h6xg5 30. Dg3-c3 Tg8-g6 31. Dc3-c5 (Dreigt Th8+ en mat) … Tg6-d6 32. Lf1-c4 Ke8-d8 33. Lc4xf7 e5-e4 (Zwarts laatste hoop is gevestigd op zijn vrijen e-pion. Inderdaad wordt deze nog erg gevaarlijk) 34. Dc5xg5+ Kd8-c7 35. Lf7-c4 Kc7-b6 36. Dg5-e3 Pc6-a5 37. Lc4-e2 Pa5-c6 38. Th1-d1 Kb6-c7 39. Td1-c1 (Het is duidelijk dat pion e4 niet kan worden geslagen) … Td7-e7 40. g2-g4 Pd4xe2 41. De3xe2 e4-e3 42. Tc1-c3! (Een der sterkste zetten uit de geheele partij) … Td6-d2 43. De2-f3 Td2-d6 44. Tc3xe3 (Zwart geeft op)