Iedereen die al wat langer schaakt heeft er vast wel eens van gehoord, en in teamverband zeker mee te maken gehad: een tactisch remiseaanbod. Een voorstel dat om meer draait dan een stelling die als (ongeveer) gelijkwaardig wordt beschouwd en beklonken dient. Meestal gaat het om de matchwinst. Maar een tactisch vredesvoorstel in een individuele partij bestaat ook. Het is wel veel zeldzamer.
Ik schaak zelf zo’n 45 jaar en in de laatste ronde van het onlangs best succesvol verlopen Compact-toernooi, kwam ik in een situatie terecht waarin ik misschien wel voor het eerst van mijn leven bij mijzelf dacht: om te winnen kon het wel eens slim zijn om nu remise aan te bieden.
Termeulen – Van Putten, Compact A, 30-12-2024, stelling na 35 Te3
Het partijverloop was grillig geweest. Op zet 15 had ik een sterk schijnoffer gemist van mijn tegenstander. Twee zetten later koos deze tegenstander voor kwaliteitswinst in plaats van mij positioneel verder de duimschroeven aan te draaien. (Iedereen die me een beetje kent weet hoe hekel ik daaraan heb.) Dat was een gelukje: ik kreeg twee pionnen erbij en stond opeens beter. Ik won zelfs een derde pion, al was dat dan wellicht weer suboptimaal. Een en ander resulteerde in bovenstaande stelling. Het staat muurvast. Mijn pluspionnen zijn van weinig waarde. Mijn enige vrijpion is duurzaam geblokkeerd. Er dreigt zelfs opnieuw een kantelpunt aan te komen, waarna wit weer op winst zou kunnen spelen: 36 Te5 f5? 37 g4! (Volgens de engine staat wit in een klap zelfs gewonnen dan, constateerde ik later).
Dit overwegende stelde ik vast dat ik met remise misschien maar blij moest zijn. Alleen als ik ooit b4 te pakken zou kunnen krijgen, ruilen tegen d5 liefst, zouden er weer serieuze winstkansen kunnen ontstaan. Ik had geen redenen om aan te nemen dat mijn tegenstander dat zou gaan toelaten.
En toen zag ik opeens 35…Le6 36 Te5 g4! (niet wit maar zwart doet deze zet!) 37 Th5? met pionwinst voor wit. Die pion op h7 is hoegenaamd niets waard, dat is één, maar die toren zo afzijdig….dat zou b4 opleveren.
Ik speelde 35…Le6 en bood remise. Neemt hij het aan, dan heeft hij hetzelfde gezien als ik dacht ik. Slaat hij het af, dan zal hij na 36 Te5 g4 ongelijk moeten bekennen en dat vindt niemand makkelijk! Ongelijk bekennen, het zou hier simpelweg weer terugkeren met de toren naar de damevleugel betekenen, maar daarna zou er waarschijnlijk niets meer gebeuren in deze partij – dat was duidelijk, en het alsnog remise worden.
Mijn tegenstander aarzelde na mijn met Le6 gepaard gaande aanbod lang. Na afloop gaf hij toe vooral op 36…f5 gerekend te hebben, eventueel 36…f6, maar 36…g4 was door hem verworpen vanwege….37 Th5? En zo ging het.
Vanuit het diagram: 35…Le6 36 Te5 g4 37 Th5 Kc6 38 Txh7? Kb5 39 Kc3 d4+ 40 Kxd4 Kxb5. En zwart won, bijna fluitend. Slotstelling:
Ik kan me niet aan de gedachte onttrekken: dankzij het goedgetimede remiseaanbod.