Assen organiseert op 9 juni de finales van de Nosbo bekertoernooien. Dat ze zelf graag op hun eigen feestje wilde komen was duidelijk toen de opstellingen bekend werden. Assen had niets aan het toeval overgelaten en kwamen met een heel sterk team op. Als team hadden we hier wel voor zo ver mogelijk wel op geanticipeerd en hadden een paar kleine aanpassingen in de opstelling gedaan. Dat pakte eigenlijk prima uit. Er ontstond namelijk een spannende wedstrijd.
Zelf had ik me zelf op bord 1 geplaatst tegen Ivo Maris (2392). Ivo haalde zijn stokpaardje 1.b4 van stal. Ha, 1.b4 daar weten we bij Staunton wel wat vanaf! Wij weten al sinds 1894 dat deze bizar uitziende zet volstrekt zo dwaas niet is.
In de rest van de wereld toch vooral bekend als de Oerang Oetan omdat Tartakower deze zet in 1924 speelde in het toernooi van New York na een bezoek aan de dierentuin of in wat serieuzere schaakkringen de Sokolsky. Een schaker die veel theoretisch onderzoek deed naar deze openingszet.
Toch is er veel te zeggen om deze zet de Deelman opening te noemen. Deelman, de eerste clubkampioen van Staunton in 1885 (en 1890 & 1891), speelde deze zet reeds in 1894 tegen Arnold van Foreest. Dat leverde hem in het Bondsblad vooral hoongelach op. Van Lennep noemde het een “onnoozelen openingszet”. Het bestuur stuurde nog een brief op hoge poten maar het mocht niet baten. Pas in 1918 kreeg Deelman zijn gelijk. Het Bondsblad sprak ineens over Deelmans opening en over een zet die volstrekt zo dwaas nog niet is. Ik zou zeggen lees het allemaal na in het prachtige stuk wat Govert over Deelman heeft geschreven.
Goed na deze lange inleiding. Ik kwam zelf niet slecht uit de opening, hoewel het steeds wel prettiger voelde voor wit. Op zet 20 een moment mistte ik zelfs een kans om zelf een iets een prettige stelling te krijgen. Hierna ging het stapje voor stapje minder. Om te beginnen nam ik een wat passieve stelling in. Vervolgens overzag ik een tactisch grapje en verzuimde daar op de juiste manier op te reageren. Ipv flinke compensatie was nu ik nu eigenlijk gewoon een pion kwijt. Het was nog niet zo eenvoudig voor wit, maar het verdedigen van dit soort eindspelen is eigenlijk nooit mijn sterkste kant geweest. Verder wegen in dit type stellingen die 400 extra punten extra zwaar door. Ivo schoof het eindspel soepel uit.
Moraal van dit verhaal. Ook tegen dit soort jongens krijg je kansjes en soms kansen maar je moet ze wel pakken.
Gelukkig schoot Ivan die inviel voor Govert snel de gelijkmaker binnen tegen Pieter Tromp (2107). De tegenstander van Ivan kwam erg passief uit de opening. Daar wist Ivan optimaal van te profiteren. Een mooie overwinning. Well done, Ivan!
Op bord 3 had ik de sterkste speler aan onze zijde, Henk, opgesteld. Hij speelde tegen Rieks Taal (2201). Waar ik hoopte gebeurde… bijna. Het werd een wildwestpartij.
Het grootste deel van de partij had Taal de touwtjes in handen, maar Henk rekende scherp en ik hoopte dat Taal zijn hand zou overspelen. Dat gebeurde dus. Hem ontglipte een blunder. Helaas zat er voor Henk niet meer in dan remise. Henk besefte echter dat een overwinning noodzakelijk was (of dacht sowieso dat er meer te halen viel) en speelde door. Dat zat er helaas niet in. Taal profiteerde en zorgde voor een 2-1 tussenstand.
Inmiddels was op bord 2 duidelijk geworden dat Edwin het niet ging redden tegen Tjapko Struik (2284). Het was wel een spannende Siciliaanse partij. Ik weet niet of Edwin echt wat heeft gemist maar het was in elk geval ook een partij met de nodige strijd. Toen de dames er vanaf gingen zag het er goed uit voor zwart en gaven uiteindelijk ook hier de extra ratingpuntjes de doorslag.
Een 3-1 nederlaag tegen een heel sterk Assen. Geen schande. We hebben er in elk geval een echte wedstrijd van kunnen maken. We wensen Assen succes in de finale tegen Groninger Combinatie.
Erwin van Pelt