Door het oog van de naald, dat is waarschijnlijk de beste omschrijving van de KNSB-bekerwedstrijd tegen Leek (de Nosbo bekerkampioen). Het snelschaken dat de beslissing moest brengen na de 2-2 werd weliswaar overtuigend met 3,5-0,5 gewonnen, maar in de reguliere wedstrijd kwamen we met 2-2 goed weg.
Zelf zette ik Staunton wel op een 1-0 voorsprong door een overwinning op Pieter Doller, maar het was een lastige partij. Vlak na de opening onderschatte ik een zet van tegenstander en moest ik lang in de denktank om geen pion te verliezen en daarnaast ook nog een speelbare stelling te houden. Dat kreeg ik voor elkaar, maar meer dan een gelijke stelling was het eigenlijk niet. Mijn tegenstander gaf in het eindspel echter onnodig een pion weg, maar met weinig tijd op de klok was het toch moeilijk te winnen en objectief misschien ook remise. Gelukkig deed mijn tegenstander een verkeerde zet, zodat ik alsnog de winst naar mij toe kon trekken.
Leek sloeg echter hard terug. Otto Rubingh won overtuigend van Paul. En ook Yeb verloor van Johan Scharft. Yeb leek goed te staan, maar toen ik even later op zijn bord keek stond hij een pion achter. Scharft maakte het karwei daarna soepel af.
Kortom Hans moest winnen om een uitschakeling te voorkomen. Hans stond wel wat beter, maar had veel tijd verbruikt en was niet helemaal op de hoogte van de bekerregels (Hans dacht even dat hij er nog tijd bij zou krijgen en noteerde ook door met nog maar een halve minuut op de klok). Maar met minder dan een halve minuut op de klok (wel 5 seconden increment per zet) slaagde Hans er toch in Erwin Heijnen toch te overspelen in een moeilijk eindspel.
Eindstand 2-2, dus snelschaken voor een beslissing. Dit werd voor zover ik heb kunnen waarnemen overtuigend met 3,5-0,5 door ons gewonnen. We zijn dus een rondje verder maar eenvoudig ging het zeker niet.