Na ongeveer 20 jaar bij Staunton te hebben geschaakt is het er toch van gekomen. Mijn debuut voor de club. Welleswaar niet in de Nosbo of KNSB maar voor de viertallen. Ik blij, stel je voor dat je met een achttal zou moeten schaken. Zeven keer twee dwingende ogen. Dit zou dat niet kunnen verdragen. Gelukkig heeft Jeroen mij moed ingesproken. We beginnen rustig, jij zit aan het vierde bord, je speelt met wit. Als het niet lukt vraag ik voor je remise . Probeer het.
“Wie spelen nog meer voor Staunton” vroeg ik nog aarzelend. Onze kampioen, kreeg ik als antwoord en die wint bijna altijd. Een geruststellend gevoel kroop bij mijn keel omhoog. De kampioen zou toch in staat moeten zijn mijn falen te herstellen. Ja ja kleine kampioenen kunnen groot zijn. “Verder” zei Jeroen zou de producent van onze kampioen mee doen. Ik voelde dit kan niet mis gaan. Maar vervolgde Jeroen, hoe briljant is onze teamleider dat hij mindere boodschappen heel tactvol kan brengen. Hij is verhinderd maar we hebben een geweldige invaller nl Piet Mulder. Wat!!! ik in één team met mister Staunton en al jaren vaste speler van het eerste. Mijn zelfvertrouwen groeide.
“En” vervolgde Jeroen, legde een hand op mijn schouder, “Ik kom naast je zitten” en keek me diep in de ogen maar hierover begon ik later toch te twijfelen. Over die ogen dan.
We zouden spelen tegen Emmen en wat gebeurde er: We wonnen en ik won ook.
Spelen voor Staunton. Prachtig!