Internet en de Coronatijd hebben het schaken veranderd. Vroeger hadden veel nieuwe leden nauwelijks theoretische bagage en weinig spelervaring . Het was veel vallen en opstaan om uit te groeien tot een goede clubspeler. Tegenwoordig hebben veel nieuwe leden al behoorlijk wat spelervaring opgedaan op chess.com of Lichess en hebben ze ook vaak al de nodige kennis opgepikt van videostreamers als Hikaru Nakamura, Eric Rosen of andere spelers. Er is voor ieder wat wils. Uitleg van partijen, tactische training, eindspel, openingen en alles wat je nog meer kan bedenken. Het aanbod is rijk en schier eindeloos.
Sissa is een club waar deze ontwikkeling goed zichtbaar is. Ze zijn er in geslaagd om veel (jonge) leden aan zich te binden. De combinatie van schaken en gezelligheid spreekt veel jongeren blijkbaar aan. Een goede zaak.
Afgelopen maandag mochten de ervaren clubschakers van Staunton in de Nosbo competitie opnemen tegen een roedel van deze jonge Sissa honden. Een speler met een rating van op papier 1295 en 5 spelers zonder rating. De ruim 150 jaar (en misschien nog wel meer) schaakervaring gaf uiteindelijk toch de doorslag. Staunton wist met 5-1 te winnen. Je zou kunnen denken dat het een logische, eenvoudige overwinning was, waarbij professor Elo zijn schouders zou ophalen en zou zeggen dat lag in de lijn der verwachting…
Toch is dit niet het hele verhaal. Ik heb niet alles kunnen volgen, maar om mijn betoog maar te onderstrepen. Ik zag bij Henk Seijen een Zaitsev variant op een bord verschijnen. Een duivels ingewikkelde variant die in de 1990 onder andere door Karpov werd gebruikt in zijn matches tegen Jan Timman en Gary Kasparov. Ik herinner mij prachtige gevechten met veel positionele fijnzinnigheden maar ook de nodige tactische verwikkelingen. Laat ik zeggen ik durf mijn vingers er niet aan te branden. Dat Henk principiële Spaanse gevechten al tientallen jaren niet uit de weg gaat dat wist ik wel, maar ratingloze tegenstanders doen daar tegenwoordig blijkbaar vrolijk aan mee.
Door mijn eigen partij heb ik weinig van andere borden gezien maar ik veronderstel dat Henks begrip en lange ervaring met dit soort varianten mogelijk de doorslag hebben gegeven.
Onze jonge hond Rob wist al wel snel het punt binnen te trekken op bord 6 maar op de andere borden kostte dat de veteranen duidelijk meer moeite. Jan Kamphorst ging ten onder, maar Jaap en Hans moesten flink aan de bak om de punten binnen te slepen. Dat laatste was bij mij ook het geval. Mijn tegenstander had een rating van 1295, maar op het bord was daar weinig van te merken. Hij speelde zeer sterk.
Ik speelde op zet 11 een onnauwkeurige zet. Mijn tegenstander vond de beste zet die zwart direct in problemen bracht. Uit nood offerde ik enkele zetten later een kwaliteit tegen een pion. Mijn geliefde huismonster Stocky was daar zelfs helemaal mee in zijn nopjes , maar ik zelf deed het toch niet helemaal goed. Mijn tegenstander speelde krachtig verder en zette mij met de rug tegen de muur. Ik hoorde in mijn hoofd wel een stemmetje… “de wet van Joris Brenninkmeijer, de wet van Joris Brenninkmeijer.” Een door Hans Polee bij Staunton 1 geïntroduceerde term. Het komt er eigenlijk op neer. Hoe slecht je ook staat, je krijgt altijd nog een kans. Maar je moet hem wel pakken..
Toen ik noodgedwongen ergens Pb8 moest spelen dacht ik eigenlijk dat ik de kans gemist had of dat hij toch niet meer zou komen. Maar toen ineens bijna als een donderslag bij heldere hemel, kwam de kans toch nog… Ik kreeg ruimte om een gevaarlijke gedekte vrijpion op c4 te krijgen en ook mijn stukken kwamen los. Het beste was waarschijnlijk dat wit de kwaliteit had teruggegeven maar dat is altijd toch een moeilijke, psychologische beslissing.
Stocky vindt het daarna ook nog allemaal wel ok voor wit, maar de bordjes waren verhangen. Wit besefte dat het mooiste er wel vanaf was en ik had een plan en een stelling die eenvoudiger te spelen was. Uiteindelijk kon ik in een toreneindspel het punt over de streep trekken waarin de c-pion de cruciale factor was. Het was een mooi gevecht en een zwaar bevochten zege.
Een stevige 5-1 overwinning, maar het verschil was minder groot dan de uitslag en de Elo getallen doen vermoeden. Het geeft aan dat in de huidige tijd ratings in elk geval niet alles meer zeggen of nog minder dan ze ooit al deden. De periode van gedwongen stilstand op het bord en de enorme hoeveelheid kennis en kunde die je op internet kan vinden hebben het speelveld wel veranderd. Er lopen veel spelers rond die op papier nog niet zo sterk zijn maar wel het nodige in hun mars hebben. Vroeger zag je dat voornamelijk bij jonge jeugdspelers, maar nu dus ook bij meer volwassen spelers. Een interessante ontwikkeling.
Erwin van Pelt