Op 28 februari 1881 werd in Noordwolde Pieter Heertje Dijksterhuis geboren uit een gereformeerd Gronings boerengezin.
Dijksterhuis heeft na zijn middelbare school steeds zijn best gedaan extra bevoegdheden en examens te halen. In 1901 slaagt hij voor het examen Lager Onderwijs.
Met de akte op zak kan hij aan de slag op een school in Hoogkerk. Maar al een jaar later verkast hij naar Amersfoort, van waaruit hij de gereformeerde lagere school in Bunschoten bestiert. Hij werkt ondertussen aan aktes boekhouden en wiskunde.
In deze tijd raakt Dijksterhuis bevriend met Arie Hollander, kleermaker te Amersfoort. Zij kenden elkaar zeker van beider bemoeienis met de Amersfoortse afdeling van Patrimonium. Zo waren beiden betrokken bij de oprichting van een coöperatieve bouwvereniging in 1913 in Amersfoort.
Of zij wellicht ook via de kerk, of met schaken invulling gaven aan hun vriendschap, blijft vooralsnog onbekend. Hoe dan ook, het is door deze connectie dat Dijksterhuis als getuige te boek komt te staan bij de aangifte van de vierde zoon van Arie Hollander: Adrianus (1914).
Adrianus (roepnaam Muus) Hollander, neemt de interesse voor schaken van zijn oudere broers niet over. Het is Arie Hollander jr., de oudste broer van Johannes, die zijn liefde voor het schaken toont door aan allerlei ladderwedstrijden deel te nemen. In de jaren dertig wordt hij bovendien actief binnen de Stichts Gooise afdeling van de Nederlandsche Schaakbond, en speelt steeds voor Amersfoort. Later wordt hij bestuurslid van de KNSB, tenslotte penningmeester. Vier jaar na zijn aftreden in 1955 overlijdt Arie Hollander jr. op 54-jarige leeftijd.
Aries jongere broer Johannes Hollander houdt niet minder van het schaken. Ook hij doet fervent mee aan de ladderwedstrijden in allerlei kranten. Eind 1939, begin 1940 vertrekt deze Johannes, of ook wel Joh. Hollander (roepnaam Jo) naar Groningen. Daar begint zijn Staunton-verhaal, dat met recht een eigen pagina verdient. Voor nu volstaat de idiote toevalligheid dat het broertje van onze beroemde Stauntonees Joh. Hollander bij geboorte is aangegeven met als getuige de latere tweevoudig kampioen van de club: P.H. Dijksterhuis. Bizar.
Terug naar Dijksterhuis. Met alle akte en examens op zak keert hij in 1915 terug naar Groningen. Daar vestigt hij zich als leraar boekhouden aan de Stoeldraaierstraat 25. Ook meldt hij zich direct aan bij Staunton. Trouwens, ook zijn oudere broer Fokko Jan Dijksterhuis wordt in 1916 lid bij Staunton. Deze broer is ook getuige bij het eerste huwelijk van Dijksterhuis, met Tettelina Elzenga. Tweede getuige bij dat huwelijk in 1917 is zwager Anko Scholtens (geen familie van Christiaan voor zover wij weten).
Na een kort verblijf rond 1918 aan de Nieuwe Weg 46 verhuist Dijksterhuis tegen 1920 naar de Oude Boteringestraat 51. Daar zit dan ook zijn kantoor.
Voor zover wij weten verhuist hij niet veel later naar de Westersingel 15. In 1933 betrekt het kantoor het pand aan de Westersingel 41, waar het jarenlang zou blijven bestaan.
Als kleine zelfstandige en inmiddels hoofd van een gezin maakte de heer Dijksterhuis zich zorgen om zijn pensioenopbouw. Om deze reden gaf hij les in boekhouden aan de Christelijke HBS aan de Rozenstraat en aan de Hogere Landbouwschool.
Daarnaast was Pieter Heertje lid van de Provinciale Staten en zat in het bestuur van de Middenstandsvereniging. Uit dien hoofde had hij dus een aanzienlijk netwerk van mensen, waaruit hij vele klanten kon werven.
Binnen Staunton duurt het niet lang of Dijksterhuis zit in het bestuur. Om precies te zijn per 30 januari 1917 is hij benoemd tot 2e voorzitter. Hij doet fanatiek mee aan de winterwedstrijden, de eerste jaren nog in de 2e klasse voor de iets mindere goden. Daar wint hij ook menig prijsje.
In de jaren 1920 begint Dijksterhuis beter te schaken. Staunton als club wordt ook fanatieker, vooral door de jeugdige inbreng van (oud-)studenten als H.E. Grommers en P. van Paassen. De externe competitie komt ook van de grond in die jaren, met wedstrijden om het ‘echie’ tegen bijvoorbeeld Assen, en de Ommelanders.
Ook nodigt Staunton bijna jaarlijks een coryfee uit voor een mooie simultaan. Oudwereldkampioen Lasker, Rudolf Spielmann, Max Euwe. In die simultaans behaalde Dijksterhuis uitstekende resultaten.
Zoals gezegd gaat Dijksterhuis steeds beter spelen. In de winterwedstrijden van 1924/1925 legt hij beslag op de derde plaats in de 1e klasse. Het jaar daarop levert hem zijn eerste clubkampioenschap op.
De kruistabel hierboven toont de winst van Dijksterhuis in de 1e klasse B. Tegen de winnaar van parallelklasse A, de heer P.L. Stedehouder, volgde een beslissingstweekamp die Dijksterhuis won met 2-0. Zo werd hij de eerste winnaar van de Okken-wisselprijs, nog steeds (of eigenlijk, weer) in gebruik als de prijs voor het clubkampioenschap van ons Gezelschap. Het erop volgende seizoen weet Dijksterhuis de Okken-wisselprijs weer te winnen, nu voor de laatste maal.
Uit deze periode hebben we helaas geen grote voorraad met partijen. Één partijtje hebben we kunnen achterhalen uit het kampioenschap van Groningen in het seizoen 1926/27. Dijksterhuis speelt met wit tegen Muller, en komt eerlijk is eerlijk goed weg met een herhaling van zetten:
Dijksterhuis blijft verbonden aan Staunton tot eind jaren ’20, als speler én als 2e voorzitter.
In de jaren dertig is Dijksterhuis overgestapt naar de christelijke club Groningen, later Unitas.
Helaas voor Dijksterhuis werd zijn vrouw ziek, en kwam te overlijden in 1938. Zij hadden samen drie kinderen.
De Tweede Wereldoorlog bracht voor velen zo ook voor de familie Dijksterhuis, rampspoed, met als gevolg enkele dramatische gebeurtenissen. In september 1944 werd Pieter Heertje opgepakt en in het Scholtenhuis in bewaring gesteld. Op 12 oktober 1944 werd een groep gevangenen op transport gesteld naar Westerbork. Deze hele groep werd onderweg gefusilleerd. Helaas bleek Pieter Heertje daar ook bij te zitten. De reden dat Dijksterhuis werd gearresteerd was eenvoudig omdat hij onderdak had geboden aan zijn neef Jan Rengenier Dijksterhuis, die belangrijk was in
de plaatselijke OD. De brave Ordedienst werd door de Duitsers als een illegaal leger beschouwd waardoor ze volgens het Landoorlogsreglement (!) het recht hadden leden en handlangers ter dood te brengen. De bezetting zou minder gruwelijk zijn geweest als ze zich altijd aan dat
reglement hadden gehouden.*
Op het monument op de begraafplaats van Esserveld in Groningen is de naam van Pieter Heertje gegraveerd. Jaarlijks op 4 mei worden daar de oorlogsslachtoffers herdacht.
Een dag voor zijn overlijden komt ook zijn oudste zoon om door toedoen van de Duitsers. Zijn dochter en jongste zoon, en zijn tweede vrouw, Elisabeth Maria Wessel, overleefden de oorlog.
Op 22 april 2022 werden voor Dijksterhuis en zijn zoon een zogenaamde stolpersteinen (struikelstenen) onthuld in aanwezigheid van zijn kleinzoon Pieter. Dat gebeurde voor zijn toenmalige woning aan de Westersingel.
Dijksterhuis wordt ook genoemd in het gedenkboek van de KNSB: Partij verloren uit 1947. Hij staat er onder Unitas.
Een uitgebreide biografie staat inmiddels te lezen op de site van kamp Westerbork: https://westerborkportretten.nl/verzetsportretten/pieter-heertje-dijksterhuis
* Met dank aan Enno Scheffer voor de aanvullende historische achtergrondinformatie.
** De informatie over de geschiedenis van het accountantskantoor hebben wij (met hier en daar een kleine redactionele aanpassing) overgenomen van: https://www.du-accountants.nl/historie/
*** Inmiddels is er een zeer uitgebreid portret van Dijksterhuis verschenen op de site van Westerbork: https://westerborkportretten.nl/verzetsportretten/pieter-heertje-dijksterhuis