Niet veel mensen weten het, maar het is weinig minder dan een klein wonder dat Henk van Putten in 2023 het kampioenschap van Staunton wist te veroveren. Daarmee verbrak hij een lange traditie van falen op de cruciale momenten. Twee kampioenswedstrijden met de Spassky’s (2016 en 2022), evenzoveel nullen (de eerste met fatale gevolgen). Kampioenswedstrijd interne Schaakclub Groningen 2001, verloren van een ontketende Johan Zwanepol. Kampioenswedstrijd Staunton 2022, verloren van een even ontketende Govert Pellikaan, degene die toen kampioen werd.
2023 was een topjaar echter, een ratingsprong van 100 punten, een sterk Compacttoernooi met Kerst met o.m. remise tegen een FM en een schoonheidsprijs in de KNSB competitie (en een score van 6 uit 8 in de 2e klasse KNSB).
Het vraaggesprek met Nick waarvan de antwoorden goeddeels verwerkt zijn in de column in het Dagblad van het Noorden:
Welke rol speelt schaken in je leven?
Best groot, het is sinds mijn achtste mijn grote hobby, te zamen met voetbal dat ik in de zaal ook nog steeds speel. Het heeft ook veel contacten en vrienden opgeleverd, het vriendenteam De Spassky’s is een voorbeeld.
Wanneer begon je met schaken?
Toen ik zeven was, kwam er een schaakspel uit de zak van Sinterklaas (is het nog woke om die te noemen?!). Samen met mijn vader, uit de klassieker Oom Jan leert zijn neefje schaken, heb ik toen schaken geleerd. Toen ik negen was werd ik lid van een club, Caïssa Elburg.
Hoe zou je je stijl omschrijven?
Mijn stijl is er een van risico’s niet schuwen en dan kan het dus zomaar gebeuren dat ik een schoonheidsprijs win. Een andere keer verlies je vreselijk als je op het scherpst van de snede speelt, is ook vaak genoeg gebeurd.
Wat was je mooiste schaakprestatie?
Twee schieten me te binnen: Het ongedeeld winnen van de Compact A groep op het kersttoernooi van 1990, nog in de Martinihal toen en het winnen van een sterk bezet rapidtoernooi in Roden in 2001, samen met Laslo Cako, voor veel Noordelijke schaaktoppers als Hoeksema en Pel en ook een latere GM, Wouter Spoelman. Die was toen 11 trouwens.
(noot redactie: Van Putten moest toen nog kampioen van Staunton worden.)
Heb je verder nog een spannende schaakanekdote/opmerking?
Vele. Wat misschien wel aardig om te vertellen is dat ik altijd een nogal zwakke jeugdschaker was. Het was zo erg, dat ik vaak de risee werd van jeugdtoernooien. Heel fanatiek, maar als autodidact (ik woonde in het kleine plaatsje Elburg en kreeg eigenlijk geen training, ook omdat ik al vrij snel sterker werd dan de jeugdtrainers) kwam ik maar moeizaam vooruit, waar jeugdschakers uit de grotere plaatsen binnen de OSBO, Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen, Zwolle sterk in het voordeel waren in dat opzicht. Dat ik later een aantal van de jeugdspelers die me toen stonden uit te lachen voorbij ben gestreefd is wel een van mijn favoriete verhalen, dat snap je wel. Toen ik ging studeren maakte ik opeens een enorme ratingsprong van nog geen 1800 in het jaar 1988 naar bijna 2200 in het jaar 1991. Ik denk dat het ermee te maken had dat ik in de interne van schaakclub Groningen ging spelen, toen de grootste club van Nederland en wekelijks sterke tegenstanders trof. Eigenlijk jammer dat ik niet in Groningen ben opgegroeid, wat schaken betreft dan.
Tot zover onze kampioen aan het woord. Als toegift hier een partij die Henk won tijdens zijn genoemde ratingsprong naar de 2200, uit de wedstrijd Groningen 1 – TAL. We zien dat Henk eerder ook prima uit de voeten kon met een meer standaard Benoni.