Ubbo Petrus Okken (geb. 18-12-1859, Appelscha overl. 15-10-1940, Groningen) werd benoemd tot erelid van Schaakgezelschap Staunton in 1924, bij zijn afscheid als bestuurslid. Lid geworden in 1887, had hij op dat moment 17 jaar onafgebroken in bestuur zitting , waarvan de laatste 11 jaar als secretaris. In 1903 werd hij clubkampioen na het winnen van de ‘gewonen winterwedstrijd’. Onderstaand bericht in het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond spreekt over M.P. Okken, maar dit moet een vergissing zijn. Het was gebruikelijk in die tijd om de eerste prijs als eerste op te noemen, en zo is U.P. Okken vrijwel zeker terecht op de lijst met clubkampioenen geschreven.
Het veel sterker bezette Groninger kampioenschap van dat jaar was prooi aan Wim Miedendorp. Ook hier vergist het tijdschrift zich in de voorletter.
Okken trouwde met Wilhelmina Catharina Sikkens (geb. 5-2-1867, Groningen overl. 15-10-1940, Groningen) op 5 november 1896. Zij bleven hun verdere leven bij elkaar en zonder kinderen.
U.P. Okken was familie van de Groninger dominee U.P. Okken, maar zelf was hij van beroep horlogemaker. Hij had in 1888 een zaak aan de Carolieweg E 134, waar hij ook ‘echte baby-wekkers’ aanbiedt voor f 3,60 (met vijf jaar garantie). In 1893 verhuisde hij naar Aduard, zijn oude adres wordt dan bewoond door clubgenoot H. Wiersema. Een paar jaar later is hij terug in de stad, nu aan het Hoge der A I 245, later aan de Visscherstraat nummer 58.
Op dit adres is hij nog een keer beroofd, waarna maanden later in 1901 de daders in Duitsland werden aangehouden. Aan de Visscherstraat heeft Okken ook verbouwd, de tekening staat hieronder:
Niet lang na de verbouwing van de Visscherstraat is Okken van plan geweest naar Indië te vertrekken. Hij verkoopt zijn fiets om die reden. Of de reis (emigratie?) doorgang vond is onbekend. Vergeet niet, in het seizoen 1902/3 wint hij de winterwedstrijden, maar wellicht vertrok hij pas in 1903?
Zo rond 1906/7 wordt Okken aangesteld als conciërge van de Rijkskantoren (de Belastingdienst), dan aan de Poelestraat 36. De aanvraag voor de verbouwing van het pand aan de Poelestraat tot Rijkskantoren en conciërgewoning worden in 1906 ingediend bij de gemeente. Tot zijn pensioen blijft Okken nu conciërge Rijkskantoren, ook na de verhuizing naar de St. Walburgstraat 9. Dit gebouw heeft op zichzelf een aardige geschiedenis, reden voor Beno Hofman er een filmpje over te maken. De eerste van de twee conciërges die er woonden tot 1937 is onze schaker. (vanaf 9:50-10:30 neemt Beno een kijkje in de oude woning van Ubbo Petrus).
Zoals gezegd stopte Okken in 1924 als bestuurslid. Na een periode van fysiek ongemak, schrijft de nieuwe 2e secretaris V.J. Uri: “De gezondheid van den heer Okken heeft eenigen tijd te wenschen overgelaten. Dit was mede een der redenen, welke hem noopten tot aftreden. Gelukkig is hij nu weer fit and well als vroeger en toont hij zich op onze oefenavonden weer het strijdbare en behulpzame medelid van vroeger en de voorlichter der beginnelingen en jongeren, vaderlijk, zonder aanmatiging.”(Uri, 19 april 1924, bij de benoeming van Oken tot erelid)
Vergelijk bovenstaand bericht met het relaas van Christiaan Scholtens uit 1946 in het boek van Euwe en Kmoch. Scholtens schrijft: “Staunton bleef nog aan een euvel lijden dat de ontwikkeling remde: een tekort aan jongere leden, met als gevolg een tendens om het oude onverkort te handhaven en alle nieuwsgierigheid uit den weg te gaan. Dit veranderde eerst toen omstreeks 1925 een aantal jongere spelers toetraden en na eenige strubbelingen ook verschilende bestuursfuncties wisten te bezetten.” (Dr. C. Scholtens in: Dr Max Euwe en Hans Kmoch, Groningen 1946 Het Staunton Wereldschaaktoernooi, pp. 6-7)
De jeugd maakte amok en stampij, waarna de oude garde het veld moest ruimen. In 1923 namen zo T.H. Meyer en V.J. Uri de plaatsen in van W. Stoeller en Jb. de Waard in het bestuur. Of Okkens opstappen niet ook hiermee samenhangt zal wel altijd onduidelijk blijven. Was er sprake van een deal, en kreeg hij als douceurtje het erelidmaatschap? Zegt u het maar.
Na zijn pensioen zo rond 1925 verhuist Okken met zijn vrouw naar het dan net gebouwde Rustoord van de Hervormde kerk aan de Korreweg. Tot aan zijn dood blijft Okken trouw oplossingen insturen naar schaakrubrieken door het land.
Voorbeelden hiervan zijn een stand in een Utrechts tijdschrift, waar hij nog bovenin meedraait, en een bericht aan de lezers in Eigen Erf; geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drenthe waarin melding wordt gemaakt van zijn overlijden, én van zijn ‘ongelooflijk mooie en duidelijke’ handschrift.
Okken overlijdt op 15 oktober 1940, op dezelfde dag als zijn vrouw Wilhelmina Catharina Sikkens.
Welkom bij SG Staunton
Wachtwoord vergeten?