In de 3e ronde gingen wij op bezoek bij het nog puntloze Groningen 6. Het liep gesmeerd. Zelf had ik in het Russisch al na 9 zetten een stuk te pakken. Op dat moment, zo’n drie kwartier na aanvang, werd op het bord naast mij besloten tot remise: er was geen eer meer te behalen aan het eindspel met ongelijke lopers, derhalve halfje voor Henk Davids. Door afruil dacht dat ik als één van de eerste klaar zou zijn, maar Bram was me voor, een slimme afwikkeling leverde 2 gezonde pionnen waarna de stelling vrij snel uit was. En Rob was, nadat z’n tegenstander eindelijk aan het bord verscheen, ook snel klaar. Inmiddels hield mijn tegenstander het ook voor gezien. Op 8 zat Invaller Jan, Vliegende, Hollander. Vliegen van hot naar her, ’s middags nog op de court en nauwelijks thuis of daar ging de telefoon: help we hebben nog een invaller nodig. Moppert nog even dat ie nog niet helemaal herteld is van de zwaarbevochten remise tegen Conrad gisteravond. Aan het spel was het niet te merken, de toren van Paul Zilverberg werd vakkundig vastgezet op a1 door een loper op b1 gesteund door de pion c2. Zo weinig bewegingsruimte had Paul dat hij er maar een stuk tegenaan gooide voor ruimte. Afwikkelen en puntje voor Jan. Hadden we nog Henk Seijen in een T-sterkP tegen T-zwakkeL eindspel, dit werd onverbiddelijk naar winst gevoerd. Op één werd bij Dick de vrede getekend en toen begon het lange wachten. Ronald had op zet 12 ofzo groot voordeel kunnen halen, maar met één blunder was het voordeel verdampt. Dit kon Ronald niet verkroppen en hij hield tegenstander Wim Krijnen nog lang aan de praat. Na drie keer een remiseaanbod afgeslagen te hebben bood Ronald zelf remise aan en was de 1½-6½ een feit.